Het is goed om al die muziek-educatieve voorschriften af en toe eens los te laten. Methode wordt anders een recept waarvan we hopen dat er een vaststaande uitkomst is: “indien A dan B”. Maar zo werkt het niet in het muziekonderwijs. In geen enkel onderwijs trouwens (zie Biesta*).
Laat het tempo, het soort educatieve muziek en het toepasselijke materiaal eens gaan. Laat ouders eens een driestemmige canon zingen zonder enige achtergrond - doen ze prima trouwens - en de kinderen horen eens wat anders. Als jonge kinderen, en vaak ook kinderen al in de basisschoolleeftijd, alleen maar de oermelodie krijgen aangeboden met enige melodisch uitstapjes, dan is dat een uitermate karig aanbod dat kan resulteren in desinteresse. Ga eens voorbij de voorgeschreven ambitus van de kinderstem. Ja, ze kunnen makkelijker meezingen als het binnen hun bereik ligt. Echter, onderzoek van Joanne Rutkowski** laat zien dat juist ook over die grenzen heen gaan belangrijk is voor de ontwikkeling van de stem. Een tempo dat net te snel of te langzaam is, gerelateerd aan hun persoonlijke tempi. Uiteraard is het muziek educatief methodologische dat aansluit bij de mogelijkheden en sociaal-culturele situatie van de kinderen de eerste stap, echter muzikaal gesproken is een breder aanbod mogelijk stimulerend en motiverend.