Voorschoolse Muziek Educatie

Early Years Music Education

Pedagogiek

De muziekinstrumentjes die we gebruiken - en dat zijn er aardig wat - zijn afgestemd op de mogelijkheden en het niveau van de kinderen. Daarbij, muziekeducatie gaat niet alleen om het spelen op muziekinstrumentjes, het gaat ook om het vormen van de muzikale mogelijkheden van het lijf. Muziek maken doe je met je lijf. Dus hoe dat lijf in beweging wordt gezet is van belang. In de lessen wordt er altijd rekening gehouden met een afwisseling tussen zitten, staan en lopen. Beweging is muziek of veel beter nog: Muziek is Beweging. Maak maar eens muziek zonder te bewegen. Het hele lijf komt aan bod. Het belangrijkste instrument hebben we altijd bij ons: de stem. Zingen, stemvorming, is de basis.

Heel vaak komt de vraag of er hetzelfde wordt aangeboden in een volgende cursus. Het antwoord: voor een gedeelte wel ja en voor een groot gedeelte niet. Er wordt altijd rekening gehouden met kinderen die al eerder een cursus of cursussen gevolgd hebben. Herhaling is altijd prettig. Het zorgt voor herkenning en oefening. Nieuwe activiteiten - nieuwe liedjes en of materiaal - zorgen voor nieuwe interesse en voortgaande muzikale vorming.

De leeftijdsgrens tussen dreumesen en peuters is best lastig. Het is uiteraard niet zo dat er letterlijk een grens wordt overschreden als kinderen twee jaar worden.  En het is ook (gelukkig!) niet zo dat alle kinderen zich keurig houden aan de ontwikkelingsstappen en niveaus in de boekjes. En soms kan het ook zijn dat een oudere dreumes al aan een peutergroep toe is en een peuter eigenlijk nog best even in een dreumes groep kan vertoeven.  Muzikale vorming  is ingebed in een omgeving. De mate van kunnen functioneren in een groep kan heel anders zijn dan het muzikale niveau. Het toezijn aan een peutergroep behelst dan ook wat meer dan de muzikale ervaringen en het muzikale niveau.

“Maar we moeten fouten mogen maken, vooral ook kinderen. Daar hebben ze recht op, we moeten ze durven te laten blunderen. Want daar waar een kind het idee heeft “hier gaat iets niet goed”, moet hij krachten in zichzelf aanspreken, bijvoorbeeld bij afwijzing of het ondervinden van weerstand.” Joyce van den Bogaard, website Nivoz.


Een workshop muziek met dreumesen is geweldig, maar kan soms ook wat chaotisch verlopen. Zeker als de dreumesen nog geen ervaring hebben met een muziekles. Weten wat te doen, begrijpen wat kan en wat niet kan. Je lijf kunnen inzetten op een manier die aangeboden wordt. Dat lijf dat vaak nog niet helemaal doet wat je wilt. Omgaan met nieuwe dingen, met spanning, met nieuwe mensen. In korte tijd gebeurd er enorm veel. Vaak is een tweede soms zelfs derde muziekles nodig om te zien dat dreumesen wel degelijk meedoen en in staat zijn om in te stappen in het muzikale aanbod. Het is belangrijk om tijd te geven. Tijd en herhaling.

“Kinderen hebben geen boodschap aan dat je 

ze vertelt wat ze wel en niet moeten of mogen doen, maar kijken naar hoe hun ouders of leerkrachten de dingen doen en gaan dat nadoen. Dat vraagt van jou als volwassene ongelooflijk veel.” 

Désanne van Brederode,  Filosofe & schrijfster. 


"Il ne faut pas oublier qu'un élève est un sujet, et qu'un sujet n'est pas réductible à son cerveau…”

Philippe Meirieu 12 - 12 - 2017

Dit horen we regelmatig in de les: nog een keer! Herhaling is voor de kinderen belangrijk. De tijd krijgen om in te stappen in een activiteit, in te stappen in de muzikale tijdstroom, hetgeen essentieel is om mee te kunnen doen. Herhaling is niet alleen een muzikaal element - een vorm/structuur aspect - het is ook een didactisch-pedagogisch element. Als een liedje/activiteit regelmatig terugkeert dan ondersteunt dat de kennis van wat er gaat komen en op die manier kan er geanticipeerd worden op bepaalde momenten. En het is dan ook mogelijk om te synchroniseren met zowel de maat als timing-momenten. 


Liedjes in de voorschoolse muziekeducatie zijn kort hetgeen fijn is voor de kinderen. Op een bepaald moment wordt het interessant om niet meer letterlijk te herhalen maar om variatie aan te brengen. Dit kan op vele manieren. Zo blijft een en ander fris en en geeft verse inspiratie om mee te blijven doen en het bevordert de muzikale vorming.

Dreumesen zijn bewegelijk en dat is goed. Dus als ze tijdens de les wat rondkruipen of wat lopen is dat heel normaal. Er wordt het een en ander aan muzikaals aangeboden dus om dat allemaal te absorberen is het prettig om zo nu en dan eens een rondje te lopen of naar de bron van interesse toe te gaan. Het is niet de bedoeling dat ze de hele tijd stil bij de volwassene blijven zitten. Teveel rennen is weer het andere uiterste en kan de muziekles onrustig maken. Maar over het algemeen hebben we een  mooi gemiddelde. Daarom zijn er verschillende afwisselende activiteiten waarbij gezeten en gelopen wordt en waarbij er met materiaal iets gedaan kan worden. Het gaat om impliciete muzikale vorming, maar dat houdt niet in dat er dus iets moet of dat er een resultaat moet zijn. Absoluut niet. Ieder kind kan op haar/zijn manier meedoen. Daarom heb ik het ook altijd over "instappen": er wordt iets (liedje met of zonder objecten) aangeboden en er is alle ruimte om op eigen manier "in te stappen". 

'We beschouwen een afwijking niet meer als 

een vorm van diversiteit. We zijn vanuit een preventiever perspectief naar kinderen gaan kijken. We zien kinderen steeds meer als mogelijke dragers van mogelijke afwijkingen. Kinderen worden op die manier dus steeds kwetsbaarder. 'Micha de Winter, Nivoz 2019


Lees ook: 

https://www-knack-be.cdn.ampproject.org/c/s/www.knack.be/nieuws/gezondheid/paul-verhaeghe-hoogleraar-psychologie-we-kweken-psychiatrische-patienten-bij-de-vleet/article-longread-1536455.html.amp



“Het centraal stellen van de leerling is een goed didactisch idee, maar wordt problematisch als dit het organiserend principe van het onderwijs wordt.” Gert Biesta

"Due to the proliferation of online information and quick accessibility, our capacity to pay attention is economized so that quick scanning tends to replace the in-depth reading required to assess reliability (Lanham 2006). Skimmed over quickly, without engaging in analytic thinking, there is a tendency among readers to take mental shortcuts and believe what is presented. At the same time, investigations into how people typically use social media have found that people look for information that confirms their existing beliefs and biases (Ciampaglia and Menczer 2018). Information spreads in social media and evolves by how many people pay attention and how they share or respond to it. This process favours some kinds of information over others (Ciampaglia and Menczer 2018). As a result, information that can be quickly grasped, that bypasses knowledgeable experts and that confirms a majority belief tends to become even more widely disseminated." 


"A key characteristic of neuromyth messages is the simplicity with which they can be converted into punchy catch phrases, such as ‘Mozart makes you smarter’ or ‘music boosts brain development’. The brevity of neuroscience slogans and the short narratives that usually accompany them result in vagueness disguised as factual. Social media messages are designed to attract and persuade, and ultimately to profit (as I will expand in the next section) rather than to be precise. Any follow-on discussion is typically based on personal opinion and anecdote rather than a desire to search for and share an understanding of facts. Moreover, social media discussions tend to deter curiosity and deliberation. Indeed, asking questions and probing the facts may even be perceived as antagonism, and tends to be avoided or is even closed down, rather than being valued as critical engagement and an avenue for learning.

"The instrumental promise of the brain science rhetoric and its simplistic, deterministic premise reinforces the spread of neuromyths (see Bruer [2011]). Professional bodies and commercial providers of early childhood music and their many associated products and services weave simple neuroscience messages into their public relations materials, their funding bids and their claims to expertise in order to capitalize on its simplicity and apparent promise”

Young, Susan (2020). ‘Beware the neuromyths! A critical discussion on the ‘brainification’ of early childhood music’, International Journal of Music in Early Childhood, 15:1, pp. 11–24. 

“Rather than seeing the work of the teacher as telling students what they should think and how they should be, I see the work of the teacher as ‘interruptive,’ that is, as bringing the question of the quality of what is being expressed, or, in other words, of the desirability of what is being desired, into the lives of students, not as a question that can be answered once and for all, but as a question that is worth asking in each new situation, as a question that is worth carrying with oneself throughout one’s life.

To carry this question with oneself, as a ‘living question,’ is what it means to try to exist in and with the world in a ‘grown up’ way, always ‘measuring’ one’s own desires (including one’s desire for identity) against the desires of others, always asking whether what I desire is desirable for my own life, and my life with others on a planet with limited capacity for fulfilling all our desires” 

Gert Biesta, 2017.  Walking the museum: Art, artists and pedagogy reconsidered. 


Heroriëntatie op mens en aarde

'Ons onderwijs is verworden tot een verlengstuk van de economie', stelt hoogleraar Arjen Wals. 'Leerlingen krijgen niet of nauwelijks de noodzakelijke basiskennis en –competenties voorgeschoteld om de wereldwijde duurzaamheidsproblemen het hoofd te bieden. In plaats daarvan bereiden scholen leerlingen hoofdzakelijk voor op een leven lang flexibel werken om inkomen te generen.' (Bron: NIVOZ)


 

“In [zijn boek] ’De plicht om weerstand te bieden’ schetst Meirieu ons huidige tijdperk als een tijd waarin de hegemonie van de marketing onze jeugd in een wurggreep heeft van directe behoeftebevrediging die gepaard gaat met een versnippering in focus.”  Liesbeth Breek, Docent Frans, coach startende leraren, website Nivoz.

“Verf, steen, geluid, ze staan niet alles zomaar toe. Net als een ander mens ook niet.” Onderwijs en kunst zijn beide langzaam en lastig. Kunst helpt de pedagogiek bij het leren onderbreken van jezelf zijn. Kunst verkent of wenselijk en mogelijk is wat het individu wenselijk acht. Je kunt niet zomaar alles, en niet achter alles wat je wilt aanlopen”

Gert Biesta, Kunst is bewust nutteloos-Science Guide (maart 2016).

Maar tegenwoordig is het onderwijs in veel opzichten uit balans omdat de stem van de ene ‘meester’ – de meester die wil dat het onderwijs vooral presteert en produceert ten dienste van de samenleving of specifieke aspecten daarvan zoals, vaak, de economie – vele malen sterker is dan de stem van de andere ‘meester,’ de meester die ook zorg wil dragen voor het kind en de jongere en hun volwassen bestaan in de wereld. Dat roept de vraag op hoe we het onderwijs weer in balans kunnen krijgen, dat wil zeggen de vraag waar in het onderwijs (ook) om zou moeten gaan en waar het onderwijs (ook) voor zou moeten staan omdat, zoals het Engelse spreekwoord zegt, “if you stand for nothing, you will fall for anything.”

Gert Biesta, september 2016, kennis platvorm onderwijs

© Voorschoolse Muziek Educatie 2024

© Early Years Music Education 2024